Meteen naar de inhoud
Home » ‘eHealth vraagt creativiteit en vertrouwen’

‘eHealth vraagt creativiteit en vertrouwen’

Net als andere GGZ-instellingen werd Emergis overvallen door de corona crisis. Van de ene op de andere dag was het niet meer vanzelfsprekend dat mensen hun behandelaar konden bezoeken. Ook de groepstherapie viel weg. Welke mogelijkheden bood het video-contact in deze situatie? En betekent de coronacrisis de doorbraak van ehealth in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ)? Dennis Roseboom, klinisch psycholoog sinds 2014 betrokken bij de implementatie van Ehealth binnen Emergis, deelt zijn ervaringen.

Videobellen

Dennis Roseboom

Tijdens de corona crisis is al het cliëntcontact via videobellen verlopen. “Online-therapie is landelijk onderzocht en op kleine schaal getest, maar was voor de corona crisis bij veel GGZ-instellingen nog geen prioriteit, hierdoor moest er tijdens de corona crisis een grote inhaalslag worden gemaakt.”

Veel collega’s van Roseboom zagen het aanvankelijk niet zitten om online therapie te geven. Zij stonden wel open voor het gebruik van eHealth, maar wisten niet goed waar zij moesten beginnen. Het vinden van de geschikte videobel applicatie, het inkopen van apparatuur, het leren omgaan met videobellen en het toepassen van therapie in een virtuele omgeving; het heeft veel tijd en energie gekost.

Sommige cliënten vinden vinden het fijn dat de behandeling tegenwoordig weer face-to-face kan plaatsvinden, anderen vinden online therapie een uitkomst. Volgens Roseboom is een groot voordeel van online therapie dat mensen makkelijker kunnen toepassen wat zij hebben geleerd: “Normaal als mensen naar huis gaan, zijn zij niet meer bezig met wat ze zojuist geleerd hebben en gaan ze direct wat anders doen. Zodra zij nu het videobel gesprek afsluiten zijn zij in hun hoofd meer bezig met wat ze hebben geleerd en kunnen ze het direct in hun thuissituatie toepassen” Hierdoor is ook het gedeelte van de therapie, waarbij de cliënt zich in het bijzijn van de psycholoog blootstelt aan probleemsituaties, effectiever. 

Ter illustratie geeft Roseboom het voorbeeld van een een persoon met een alcoholprobleem. Zodra hij/zij onderweg is naar een face-to-face therapie afspraak heeft hij/zij niet de mogelijkheid om te drinken. Wanneer iemand echter een video belafspraak heeft, is deze gelegenheid er wel: “In één situatie gaf een cliënt aan dat wanneer hij/zij over zij/haar laptop heen keek een kast met flessen wijn zag.” Je kan dan direct over zo’n situatie praten. Ook merkte hij dat mensen het soms moeilijk vinden dat je met online therapie “bij hen binnen bent”, maar juist dit soort informatie is van diagnostische waarde. Een ander voordeel wat online therapie kan bieden is dat cliënten met groepstherapie belangrijke vaardigheden leren die ook in face-to-face therapie van belang zijn. “Communicatie tijdens online groepstherapie is extra belangrijk, omdat niet iedereen tegelijkertijd kan spreken. Deze discipline nemen deelnemers mee naar de face-to-face groepslessen, waardoor deze soepeler verlopen.”

Online therapie is niet voor iedereen geschikt. Het werkt vaak beter voor mensen waarmee al een cliënt-therapeut relatie is opgebouwd. Zeker voor mensen met sterke hechtingsproblematiek is het persoonlijke contact van een fysieke afspraak nodig. Daarnaast is er bij online therapie het risico dat mensen achter hun camera sociaal wenselijk gedrag vertonen en zich niet genoeg openstellen. “Dit kan ook gebeuren tijdens een face-to-face afspraak, maar hier kan je tijdens een fysieke afspraak makkelijker doorheen prikken”, aldus Roseboom. Verder is het niet mogelijk om alle aspecten van fysieke groepstherapie digitaal plaats te laten vinden: “Normaal laat ik een groep met een touw de fysieke verbinding met elkaar voelen, maar dat gaat simpelweg niet via videobellen.” 

Therapiemodules

Tijdens de corona crisis vielen voor veel mensen hun verplichtingen weg, mensen kwamen hierdoor minder buiten en zeker cliënten met sociale angsten vonden dit fijn. “Tijdens de corona crisis hebben wij daarom ook meer gebruik gemaakt van therapiemodules.” Dit zijn door de behandelaar geselecteerde modules, waarin cliënten leren over hun diagnose en behandeling. Ook worden hierin huiswerkopdrachten gegeven. Deze modules zijn gebaseerd op algemene therapie principes. “Zo konden mensen ook in de crisistijd aan zichzelf werken.” Daarnaast kon de psycholoog hen zo gedurende de crisistijd beter bereiken en structuur bieden. Er kon gemakkelijk worden bijgehouden wat de persoon (niet) heeft gedaan.

Landelijk worden therapiemodules in de GGZ al vrij veel ingezet. Toch is het niet eenvoudig om hiermee te starten. Het opstarten hiervan vereist een flinke investering. Daarom stellen veel instellingen de voorwaarde dat minimaal een bepaald aantal cliënten er gebruik van moet maken. Emergis heeft er juist voor gekozen dat niet te doen. Roseboom zegt dat het belangrijk is voor psychologen om niet verplicht te worden Ehealth te gebruiken, zo kunnen zij het eerst op een positieve manier ontdekken. Daarnaast zijn er ook bij de behandelaren barrières om therapiemodules te implementeren. Collega’s geven aan het moeilijk te vinden: “Ze zijn er huiverig voor, omdat ze het niet kennen.” Daarnaast ervaren veel psychologen een hoge werkdruk, waardoor zij minder snel iets nieuws in hun repertoire opnemen.

Om de implementatie van deze therapiemodules toch goed te laten verlopen raadt Roseboom dan ook aan om deze als een vast agendapunt te behandelen, zelfs wanneer er een week niks over te zeggen is. Zo kunnen successen worden gevolgd en gedeeld. Psychologen moeten niet worden gedwongen om dit aan hun cliënten aan te bieden. De focus bij het implementeren van therapiemodules moet liggen op de verhalen van behandelaren die er goed mee aan de slag zijn, alleen zo maak je er collega’s enthousiast over. “Pas als een behandelaar zelf het voordeel van therapiemodules inziet kan hij/zij de cliënt duidelijk maken dat dit goed voor hem is.” Dat stimuleert het gebruik bij de cliënt. Therapiemodules zijn niet voor iedere cliënt geschikt. 

Ook is de kostenefficiëntie nog niet bevestigd, toch denkt Roseboom dat het aanbod van e-health belangrijk is. EHealth legt de verantwoordelijkheid van het therapieproces meer bij de patiënt. Het maakt tevens de drempel tot behandeling lager. “Therapiemodules maakt mensen tevens meer betrokken bij hun eigen behandeling, dit is erg belangrijk binnen de psychotherapie.”

Leerkans

Pas tijdens de coronacrisis is het voordeel van eHealth goed naar voren gekomen: “Hier moeten wij als organisatie van leren door ook tijd te investeren in eHealth wanneer dit geen directe noodzaak is.” Roseboom geeft aan dat bij Emergis er al veel vrijheid is om eigen werktijden in te richten, maar dat dit alleen maar meer kan worden. Zo is ook na de bredere implementatie van videobellen de bereidheid vergroot om mensen ‘s avonds online therapie te geven. Daarnaast hoopt Roseboom dat eHealth bij het curriculum van psychologen in opleiding wordt opgenomen. Zo leren zij van jongs af aan dat eHealth zoals online therapie een volwaardig alternatief is.

Toekomst

Roseboom hoopt dat online therapie een alternatief blijft. “Zeker als je naar Zeeland kijkt dan kost het mensen soms een uur om naar ons toe te komen, dan is online therapie een uitkomst.” Daarnaast zullen minder mensen afzeggen, wanneer zij bijvoorbeeld geen oppas kunnen vinden voor hun kinderen.

Roseboom geeft aan niet bang te zijn dat psychologen in de toekomst overbodig zijn, maar denkt wel dat het vak inhoudelijk verandert. “Binnen de psychologie draait het uiteindelijk om verbinding maken, (corrigerende) ervaringen en gedragsverandering. Hier kan met nieuwe technologieën prima aan worden gewerkt, het vergt alleen soms wat meer creativiteit en vertrouwen van behandelaren.  En dat het prima is als dit via technologie kan.”

Technologieën die wij volgens Roseboom in de toekomst in de GGZ kunnen verwachten zijn Virtual Reality (VR) en de digitale poli. Er gebeurt al veel onderzoek met VR, zo lijkt VR effectief te zijn in de behandeling van sociale fobieën. Daarnaast is een positieve bijkomstigheid dat cliënten VR thuis zelfstandig kunnen gebruiken. Het is momenteel echter nog geen evidence-based behandeling en wordt dus nog niet aangeboden in Nederland.

De digitale GGZ poli, waar mensen op afstand 24/7 direct terecht kunnen bestaat al wel, maar slechts in een kleine hoeveelheid en nog niet in Zeeland. Als het aan Roseboom zou liggen, zou het niet lang meer lang duren voor VR en de digitale poli in Zeeland hun intrede maken.

1 reactie op “‘eHealth vraagt creativiteit en vertrouwen’”

  1. Pingback: Lessen van de eerste golf – Digital Health Lab

Reacties zijn gesloten.